Tolk
TOLK: praten, praten en nog eens praten met kinderen!
T : Taal aanbieden, taalaanbod is alles wat de volwassene inbrengt om gesprekjes op gang te brengen
- Praten over wat er te zien en te horen is in het hier en nu.
- Verbazing uitspreken
- Aandacht vestigen op iets bijzonders
- Herhalen
- Tempo vertragen en overdreven intonatie
- Aanpassen aan het (taal)niveau van het kind
- Overdrijven in mimiek
- Iets bedenken om over te praten buiten het hier en nu b.v. een spelletje, een boekje voorlezen, zingen, of iets geks uit de fantasiewereld naar voren halen
O: Overnemen van de taal in het gesprek en het goede voorbeeld geven, is alles wat de volwassene doet om het kind feedback te geven op zijn eigen taalgebruik
- Volgen (zeggen wat het kind niet zegt)
- Modelleren (dat wat het kind zegt op een goede manier herhalen)
- Expanderen (herhalen wat het kind zegt en er iets aan toevoegen)
- Commentaar geven op wat het kind zegt
- Verbreden van het gesprek naar een andere situatie
- Herhalen van wat het kind zegt en accentueren op het goede
- Vertellen van wat het kind zegt naar het niveau van volwassene (‘je bedoelt’)
- Belonen (goed dat je dat weet…)
L: Luisteren en beurt geven is alles wat de volwassene doet om het kind te motiveren om door te gaan met praten
- Vragen stellen
- Oogcontact zoeken
- Bemoedigen
- Samenvatten van wat het kind zegt
- Om de beurt luisteren en praten
- Laten merken dat je het hebt begrepen
- Herhalen van wat je wel hebt begrepen
- Iets totaal verkeerds antwoorden zodat het kind aangespoord wordt om het goede te zeggen
K: Kijken wat het kind doet of wil en dat verwoorden, is alles wat de volwassene doet om de wereld van het kind met taal te ordenen
- Verwijzen naar vorm, kleur, afmeting, enz. van dingen in de werkelijkheid
- Kijken en vergelijken
- Richten van de aandacht op een detail
- Samen bekijken van boeken/televisie
- Vertellen wat je ziet
- Uitleggen hoe het zit
- Voorspellen aan de hand van wat je ziet
- Met beweging en gebaar voordoen hoe het gaat
TOLK1